Examples of using "şekeri" in a sentence and their dutch translations:
Zij heeft suiker en zout verwisseld.
Geef deze snoep aan het kind.
- "Kan je me de suiker aangeven?" "Hier."
- "Kan je me de suiker aangeven?" "Alsjeblieft."
Hun suiker is op.
Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?
Toms dokter heeft aangeraden dat hij minder suiker inneemt.
- Ik heb aan elk kind drie snoepjes gegeven.
- Ik heb aan ieder kind drie snoepjes gegeven.
Ooit koop ik een suikerspinmachine.