Translation of "Traidor" in Dutch

0.028 sec.

Examples of using "Traidor" in a sentence and their dutch translations:

¡Traidor!

Jij verrader!

Traductor, traidor.

Vertaler, verrader.

Eres un traidor.

- Jij bent een verrader.
- Je bent een verrader.

Tom es un traidor.

- Tom is een verrader.
- Tom is een verklikker.

Se convirtió en un traidor.

- Hij werd een verrader.
- Hij is een verrader geworden.

Hay un traidor entre nosotros.

Er is een verrader onder ons.

Bernadotte fue calificado de traidor por los partidarios de Napoleón, aunque no por el propio Napoleón.

Bernadotte werd door de aanhangers van Napoleon als een verrader bestempeld - maar niet door Napoleon zelf.