Translation of "Pegado" in Dutch

pegado en su pelaje.

door hem vast te lijmen op hun pels.

Mi computador está pegado.

- Mijn computer hangt vast.
- Mijn computer zit vast.

¿Quién te ha pegado?

- Wie heeft je geslagen?
- Wie heeft u geslagen?
- Wie heeft jullie geslagen?

Hay un cartel pegado en la pared.

Er hangt een bord aan de muur.

- Me has pasado tu frío.
- Me has contagiado tu resfriado.
- Me has pegado tu catarro.
- Me has pegado tu resfriado.

Je hebt me je verkoudheid doorgegeven.

- Mi computador se ha congelado.
- Mi computador se quedó pegado.

- Mijn computer hangt vast.
- Mijn computer is vastgelopen.

Dijo que su marido le había pegado, pero en realidad fue al revés.

Ze zei dat haar man haar sloeg maar eigenlijk was het andersom.

- A veces me he tomado tiempo del trabajo para ver la Super Bowl.
- A veces he pegado un vistazo a la Super Bowl durante el trabajo.

Ik heb soms vrijgenomen van werk om de Super Bowl te kijken.