Examples of using "Gallina" in a sentence and their dutch translations:
Dat is kip.
Ik heb kippenvel.
De kip heeft vier eieren gelegd.
Het is kip.
Dit is een ei.
Hoeveel eieren legt deze hen elke week?
Wat kwam eerst: de kip of het ei?
Wat kwam eerst: de kip of het ei?
natuurlijk weet je veel van kippenstront.
De broedhen heeft een week op de eieren zitten broeden.
Ik ben de enige die kippenvel heeft gekregen.
Ik krijg kippenvel van horrorfilms te bekijken.