Examples of using "Esperé" in a sentence and their dutch translations:
Ik wachtte en wachtte.
- Ik wachtte.
- Ik heb gewacht.
- Ik heb een tijdje gewacht.
- Ik wachtte een tijdje.
- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.
Ik hield de adem in en wachtte.
Ik heb een uur op haar gewacht.
Ik heb meer dan twee uur gewacht.
- Ik denk dat ik te lang gewacht heb.
- Ik denk dat ik te lang heb gewacht.
Ik heb een uur op hem gewacht.
Ik heb uren gewacht, maar ze kwam niet.
Ik heb lang op haar gewacht.
Ik heb uren gewacht, maar ze kwam niet.
Ik heb uren gewacht, maar ze kwam niet.
Ik wachtte een uur, maar hij kwam niet opdagen.
Ik heb tien minuten lang gewacht.
Ik heb mijn man tot na middernacht opgewacht.
Ik heb twee uur in de sneeuw gewacht op de bus.
Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht.
Ik wachtte een uur op hem op het station, maar hij kwam niet opdagen.
Ik heb lang op haar gewacht.
Ik stopte, en wachtte tot de auto voorbij was.
Eindelijk ontmoeten we elkaar dan! Ik heb hier zo lang op gewacht.