Examples of using "Hora" in a sentence and their dutch translations:
Hoe laat is het?
- Pardon, hoe laat is het?
- Sorry, hoe laat is het?
Hoe laat is het nu?
Het is tijd om op te staan.
Het is etenstijd.
Hoe laat luncht u?
Het is etenstijd.
Hoe laat gebruikt u het avondeten?
- Pardon, hoe laat is het?
- Sorry, hoe laat is het?
- Hoe laat ontbijt je gewoonlijk?
- Hoe laat ontbijt u gewoonlijk?
Ik ben over een uur terug.
Het is etenstijd.
Weet jij hoe laat het is?
Hoe laat ontbijt u gewoonlijk?
- Het is tijd om op te staan!
- Het is tijd om op te staan.
- Hoe laat?
- Om hoe laat?
Tijd om te sterven.
Hoe laat is het?
Tot hoe laat?
Hij zal over een uur terug zijn.
Hoe laat is ze geboren?
Weet jij hoe laat het is?
Hoe laat ontbijt je gewoonlijk?
Ik ben over een uur terug.
Hoe laat ontbijt je gewoonlijk?
Een uur heeft zestig minuten.
- Het is etenstijd.
- Aan tafel!
- Naar de tafel!
- Het is etenstijd!
Tijd om te gaan slapen.
Het is tijd om wat uit te rusten.
Tijd om zich te verzamelen.
Tijd om uit te laden.
Ze publiceerden 't op 't foute moment.
Je hebt gedurende een halfuur
Wanneer sluit het?
Weet jij hoe laat het is?
Het is bijna spitsuur.
Hij sliep een uur.
Hoe laat vertrekt ge?
Hoe laat ontbijten we?
Het is tijd voor het avondeten!
Pardon, hoe laat is het?
Hoe laat is ze geboren?
Wanneer heb je gegeten?
- Hoe laat is het?
- Hoe laat is het nu?
Het is etenstijd.
Is het etenstijd?
Tijd voor een feestje!
Hoe laat is het bij jou?
Ik heb een uur gestudeerd.
Ik ben over een half uur weer daar.
Nu is het tijd om te gaan.
Het is etenstijd.
Het is tijd voor het middageten.
Het is bedtijd.
Hij is een uur geleden weggegaan.
- Hoe laat ben je opgestaan?
- Wanneer ben je opgestaan?
Het is bedtijd.
Hoe laat lunch je meestal?
- Het is bedtijd.
- Het is tijd om naar bed te gaan.
Het is bedtijd.
Hoe laat is het op jouw horloge?