Examples of using "Vino" in a sentence and their dutch translations:
Drink je wijn?
- Wilt u wijn?
- Willen jullie wijn?
Ik breng wijn.
Zij heeft wijn.
Jij hebt wijn.
- Er kwam niemand.
- Er is niemand gekomen.
Er is niemand gekomen.
Ik drink geen wijn.
Wil je graag witte of rode wijn?
Wil je graag witte of rode wijn?
- Wie kwam?
- Wie was gekomen?
Ik dronk wat wijn.
Hij heeft wijn.
We hebben wijn.
Zij hebben wijn.
- Hoe is hij gekomen?
- Hoe is zij gekomen?
Wil je wijn?
Wilt u wat wijn?
Breng wijn.
Hij kwam.
Is er iemand gekomen?
Er kwam niemand.
Ze kwam.
Ik heb wijn.
Tom kwam.
Ik heb wijn meegenomen.
Ik drink wijn.
Ze kwam!
Is er wijn?
Is hij gekomen?
Ik zal wijn brengen.
Drink je wijn?
Ik heb liever witte wijn dan rode.
Er is niemand gekomen.
Niemand kwam mij helpen.
Deze wijn is erg lekker.
Deze wijn smaakt goed.
Tom kwam met de auto.
- Houdt u van wijn?
- Hou je van wijn?
- Houden jullie van wijn?
Laten we een kat een kat noemen.
Hij zat wijn te drinken.
Ze kwam alleen.
Is de postbode langs geweest?
Is dit wijn?
Hij kwam mij redden.
Geef me de wijn.
Tom drinkt wijn.
Hebben jullie wijn meegebracht?
De schrijver dronk wijn.
- Hij is gisteren gekomen om u te zien.
- Hij kwam om je te zien gisteren.
Rode wijn, alsjeblieft.
Er is niemand gekomen.
Geef me een fles wijn.
Hou je van witte wijn?
Geef me een fles wijn.
- Wat is jouw lievelingswijn?
- Wat is jullie lievelingswijn?
Er is bijna geen wijn meer.
Is ze met hem gekomen?
- Het is uitstekende wijn.
- Dit is uitstekende wijn.
- Waarom kwam ze niet?
- Waarom is ze niet gekomen?
- Hij is zelf gekomen.
- Hij kwam zelf.
- Hij kwam persoonlijk.
Zij kwam uit Jakarta.
Is Tom gister hier geweest?
Tom kwam hier alleen.
Wijn is gebottelde poëzie.
- Is dit jouw wijn?
- Is dit uw wijn?
- Is dit jullie wijn?
Dit is mijn wijn.
- Dit is uw wijn.
- Dit is jouw wijn.
- Dit is jullie wijn.
Is de wijn goed?
Drink niet veel wijn!
Ik drink niet veel wijn.
Hij kwam uit het zuiden.
Hij kwam verschillende keren.
Hij kwam om me te helpen.
Ik drink nooit wijn.