Examples of using "Buscó" in a sentence and their dutch translations:
Hij zocht naar de sleutel.
Hij zocht beschutting tegen de regen.
- Hij zocht in de kamer naar de verloren sleutel.
- Hij doorzocht de kamer naar de verloren sleutel.
Hij heeft de hele dag naar de brief gezocht.
Mijn moeder zocht de geschiedenis van koffiekopjes op.
Zij zocht haar kinderen, maar vond ze nergens.
Hij heeft de hele dag naar de brief gezocht.