Examples of using "¿recuerdas" in a sentence and their dutch translations:
Weet je nog?
Weet je nog?
- Wat herinner je je?
- Wat herinnert u zich?
- Wat herinneren jullie je?
Herinner je je dit nog?
Weet je dat nog?
Ken je me nog?
Je doet me denken aan mijn moeder.
- Je doet me aan jouw broer denken.
- Je herinnert me aan jouw broer.
- Je doet me denken aan je moeder.
- U doet me denken aan uw moeder.
Herinner je je de geboortedag van je vader?
Herinner je je de keer dat we naar Parijs gingen?
Waarom vertel je me niet wat je je herinnert?
Kun je je zijn naam herinneren?
Herinner je je de geboortedag van je vader?
Herinner je je die keer dat we samen naar Boston gingen?
Herinner je je aan niets meer?
Kan je het niet meer herinneren wat je hebt gezegd?
Je doet me aan mezelf denken toen ik jouw leeftijd had.
- Je doet me denken aan je moeder.
- U doet me denken aan uw moeder.
"Nee," antwoordde Dima, "om me te helpen deze Armani te kopen. Ik ben smerig, weet je nog?"
- Weet je niet meer wat er gisteren is gebeurd?
- Herinner je je niet wat er gisteren is gebeurd?
Herinnert gij u nog de voornaam van uw grootmoeder?- Neen, ik noemde haar altijd gewoon oma.