Examples of using "¿te" in a sentence and their dutch translations:
- Ik hou van je.
- Ik hou van jou.
- Ik hou van je.
- Ik zie u graag.
- Ik hou van je!
- Ik hou van jou!
Ik haatte je, ik haat je en ik zal je haten.
Ik hou van jou.
Ik zal op je wachten.
Ik haat je.
- Ik hou van je.
- Ik zie u graag.
Ik hou van je!
Ik haat je.
- Ik maak je af.
- Ik ga je vermoorden.
- Je bent gestopt.
- U bent gestopt.
- Jullie zijn gestopt.
Ga je of blijf je?
- Ik heb u gevonden.
- Ik vond jou.
- Ik vond u.
- Ik vond jullie.
- Ik heb jullie gevonden.
- Ik heb je gevonden.
- Ik vond je.
- Ik hou van je.
- Ik hou van jou.
Ik houd je gezelschap.
- Ik hoorde jou.
- Ik hoorde jullie.
- Ik hoorde u.
Ik beloof dat ik je zal beschermen.
- Ik heb jullie gezien.
- Ik heb je gezien.
- Ik heb u gezien.
- Ik hoor je.
- Ik hoor jou.
Ik begrijp je.
Ik haat je nog steeds.
- Ik zal je morgen bellen.
- Ik bel je morgen.
- Ik zal je morgen bellen.
- Ik bel je morgen.
Ik zal altijd van je houden.
Ik hou heel veel van je.
Ik neem je mee.
Voel je je ziek?
Ik mis je.
Ik kijk op je neer.
Ik hou nog steeds van je.
- Ben je vergeten?
- Ben je het vergeten?
- Bent u het vergeten?
- Bent u vergeten?
- Ik heb je gemist.
- Ik heb u gemist.
- Ik heb jullie gemist.
- Ik miste je.
- Ik miste u.
- Ik miste jullie.
- Ik hou van je en zal altijd van je blijven houden.
- Ik zie u graag en zal dat altijd blijven doen.
Ik haat je nog steeds.
Als je weggaat, zal ik je heel erg missen.
Ik hou zoveel van je!
Maak je geen zorgen.
- Ik ben gek op jou.
- Ik ben gek op jullie.
- Ik hou heel veel van je.
Ik hoor je, maar ik zie je niet.
Ik smeek het u.
- Ik zal je nooit verlaten.
- Ik zal jullie nooit verlaten.
- Ik zal u nooit verlaten.
Voelen jullie je vermoeid?
Ik zal altijd van je houden.
Ik was je aan het zoeken.
- Ik hou van je en zal altijd van je blijven houden.
- Ik zie u graag en zal dat altijd blijven doen.
Mary, ik hou van je!
Je zult verdwalen.
Bent u eenzaam?
- Ik hou van je.
- Ik hou van jou!
Ga niet weg.
Je bent beter geworden.
Ik zal altijd van je houden.
- Morgen bezoeken we je.
- Morgen bezoeken we jullie.
- Ik mis je verschrikkelijk.
- Ik mis je enorm.
- Ik mis je ontzettend.
- Ik mis je heel erg.
- Ik ben gek op jou.
- Ik ben gek op jullie.
- Ik hou heel veel van je.
Sta niet op.
- Ik hoop dat je sterft.
- Ik hoop dat je dood gaat.
Als je weggaat, zal ik je heel erg missen.
Hoe zou jij je voelen als je vrouw je zou verlaten?
Je zult smelten.
Ik heb je nodig.
Ik bewonder je.
Heb je je vermaakt?
Vind je het leuk?
Ik zal het je tonen.
Stap je af?
Ze hebben tegen je gelogen.
Ik groet je.
- Ik ben gek op jou.
- Ik hou heel veel van je.
- Ik heb je opgezocht.
- Ik zocht je op.
- Ik heb je gezocht.
- Je bent beter geworden.
- Je bent hersteld.