Examples of using "начнётся" in a sentence and their dutch translations:
Wanneer zal het beginnen?
Laat het spel beginnen!
- Wanneer begint de wedstrijd?
- Wanneer begint het spel?
Denk je dat de oorlog zal uitbreken?
Wanneer begint de film?
- Wanneer begint de voorstelling?
- Wanneer begint de tentoonstelling?
De conferentie staat op het punt te beginnen.
Ik vraag me af wanneer de film gaat beginnen.
De vergadering zal over vijf minuten beginnen.
Wanneer begint de wedstrijd?
Wanneer begint de film?
De parlementszitting begint om 14 uur.
Het spel begint om twee uur morgennamiddag.
Zodra het vechten begint, zal het niet veilig hier zijn.
Onze les begint over dertig minuten, OK?
De lessen beginnen op maandag.
Ik denk dat het weldra gaat regenen.
Ik wil weten op welk tijdstip de vergadering begint.
De school start de volgende maandag.