Examples of using "злой" in a sentence and their dutch translations:
- "Waarom ben je kwaad?" "Ik ben niet kwaad!"
- "Waarom ben je boos?" "Ik ben niet boos!"
Tom is kwaadaardig.
- Jij bent ondeugend.
- Je bent gemeen.
Je bent gemeen.
Dat was een slecht konijn.
Je bent gemeen.
Slechts één nare reactie -- klein bier.'
- Tom was dronken en boos.
- Tom was dronken en kwaad.
Tom heeft een kwaadaardige tweelingbroer.
Tom had Maria nog nooit zo kwaad gezien.
- Tom was erg kwaad.
- Tom was erg boos.
Waarom ben je altijd zo geïrriteerd?