Examples of using "занимались" in a sentence and their dutch translations:
- We waren aan het studeren.
- We studeerden.
Ze hebben de liefde bedreven vannacht.
Er was jarenlang niet voor de tuin gezorgd.
Zij hielden zich bezig met het ontwerp van nieuwe zonnecellen.
Het leek alsof ze zich verveelde toen we aan het vrijen waren.
Wat hebben jullie vandaag gedaan?
Wat was je aan het doen?
Hebt ge gisteren gestudeerd?
Elke student die afgestudeerd is aan onze universiteit heeft ten minste twee jaar Engels gestudeerd met een persoon die Engels als moedertaal spreekt.
Wat heb je het weekend gedaan?
- Ik hoop dat Tom niet door had wat je aan het doen was.
- Ik hoop dat Tom niet doorhad wat je aan het doen was.
- Wat hebt ge vandaag gedaan?
- Wat heb je vandaag gedaan?
- Wat heeft u vandaag gedaan?
- Wat hebben jullie vandaag gedaan?