Examples of using "лет" in a sentence and their dutch translations:
- Hoe oud bent u?
- Hoe oud ben je?
- Hoe oud zijn jullie?
De bibliotheek is tachtig jaar oud.
"Hoe oud is ze?" "Ze is twaalf jaar oud."
- Ik ben 18 jaar.
- Ik ben achttien jaar oud.
- Hoe oud bent u?
- Hoe oud zijn jullie?
Welke leeftijd heeft de oudste?
"Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- Hoe oud bent u?
- Hoe oud ben je?
De piloot is 30 jaar oud.
Hoe oud is Tom?
Het is 100 jaar oud.
Ben je tien jaar?
- Hoe oud bent u?
- Hoe oud ben je?
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."
- "Hoe oud ben je?" "Ik ben zestien."
Lang niet gezien.
Ik ben 25 jaar oud.
- Ik ben 27 jaar oud.
- Ik ben 27.
Hij is ongeveer 40 jaar oud.
Hoe oud zijn jullie kinderen?
Trouwens, hoe oud ben je?
Twintig jaar is een lange tijd.
- Hij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
- Hoe oud is je opa?
- Hoe oud is je grootvader?
- Hoe oud is jouw oom?
- Hoe oud is uw oom?
- Hoe oud is jullie oom?
Hou oud is die kerk?
100 jaar wordt een eeuw genoemd.
Hoe oud is uw zoon?
Hoe oud is je broer?
Raad eens hoe oud ik ben.
- Hoe oud is jouw koelkast?
- Hoe oud is jullie koelkast?
Duizenden jaren lang
De laatste paar jaar
Honderd jaar geleden
30 jaar geleden,
Ik ben tachtig jaar.
Ik ben 19 jaar.
Veertig jaar zijn voorbij.
Helen is zeventien jaar oud.
Vele jaren gingen voorbij.
Hoe oud ben je?
Ze is veertig jaar oud.
Hoe oud is hij?
Laurie is twintig jaar oud.
- Ik ben twaalf jaar oud.
- Ik ben twaalf jaar.
Ik ben dertig jaar oud.
Ik ben 27.
Welke leeftijd heeft de oudste?
Ze is vijf jaar.
Hij is dertig jaar oud.
Tom is 30 jaar oud.
Ik ben zestien jaar oud.
Hoe oud ben ik?
Ben je tien jaar?
Ik ben veertig.
Zij is twintig jaar oud.
- Zij is acht.
- Ze is acht jaar oud.
Hij is 100 jaar oud.
Ze is 100 jaar oud.
Hoe oud is de oudste?
Hoe oud bent u?
Ik ben veertien jaar oud.
Hoe oud is de Bijbel?