Examples of using "делали" in a sentence and their dutch translations:
Wat hebben jullie gisteren gedaan?
Dat hebben wij niet gedaan.
- Wat zouden ze zonder ons doen?
- Wat zouden zij zonder ons doen?
Wat hebben jullie elkaar aangedaan?
- Heeft u als kind inentingen gehad?
- Heb je als kind inentingen gehad?
- Bent u als kind ingeënt geweest?
- Ben je als kind ingeënt geweest?
- Wat zouden ze zonder ons doen?
- Wat zouden zij zonder ons doen?
Dat hebben we met veel plezier gedaan.
Wat hebben jullie gemaakt?
- Wat deden Tom en Maria in Boston?
- Wat waren Tom en Maria aan het doen in Boston?
Noch Tom noch Maria hebben dat gedaan.
- Wat heb je gisteren gedaan?
- Wat heeft u gisteren gedaan?
- Wat hebben jullie gisteren gedaan?
Wat hebben jullie vandaag gedaan?
Zij maakten fouten.
- Wat hebt ge vandaag gedaan?
- Wat heb je vandaag gedaan?
- Wat heeft u vandaag gedaan?
- Wat hebben jullie vandaag gedaan?
- Behandel anderen zoals je graag door hen behandeld wil worden.
- Bejegen anderen zoals je graag door hen bejegend wil worden.
Wat wil Tom dat wij doen met zijn spullen?
Wat was je vanochtend aan het doen?
Wat deed je daar?
Wat heb je vandaag op school gedaan?
Wat heb je afgelopen zondag gedaan?
Wat was je aan het doen?
- Noch Tom noch Maria hebben dat gedaan.
- Noch Tom noch Maria heeft dat gedaan.
We hebben alles gedaan wat we konden.
Wat heb je deze zomer gedaan?
Wat heb je het weekend gedaan?
Wat je ook doet, vergeet dit niet.
Dat deed je in 2013.
Wat zou je zonder mij aanmoeten?
- Waarom was je daar?
- Waarom was u daar?
- Waarom waren jullie daar?
- Wat zoudt ge doen in mijn plaats?
- Wat zoudt gij doen in mijn plaats?
- Wat zou je in mijn plaats doen?
- Wat zou jij in mijn plaats doen?
- Wat zou u in mijn plaats doen?