Translation of "Люси" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Люси" in a sentence and their dutch translations:

- Люси уже позвонила?
- Люси уже звонила?

- Heeft Lucy al gebeld?
- Heeft Lucy al getelefoneerd?

Люси - американка.

- Lucy is een Amerikaan.
- Lucy is Amerikaans.

Люси уже звонила?

Heeft Lucy al getelefoneerd?

Люси из Америки.

Lucy komt uit Amerika.

Люси уже позвонила?

- Heeft Lucy al gebeld?
- Heeft Lucy al getelefoneerd?

- Люси не поняла шутки Мэри.
- Люси не поняла шутку Мэри.

Lucy begreep Mary's grap niet.

Люси — студентка из Америки.

Lucy is een student uit Amerika.

Люси навестила меня три дня тому назад.

Lucy heeft me drie dagen geleden bezocht.

Ты не знаешь, Люси говорит по-японски?

Weet gij of Lucy Japans spreekt?

Люси мечтает стать ветеринаром и лечить животных.

Lucy droomt ervan, dierenarts te worden en dieren te behandelen.

Мать Люси сказала ей позаботиться о ее младшей сестре.

Lucys moeder zei haar dat ze moet zorgen voor haar jongere zus.

У Люси и у меня примерно одинаковое число друзей.

Lucy en ik hebben ongeveer evenveel vrienden.