Examples of using "Primos" in a sentence and their dutch translations:
- Wij zijn neven en nichten.
- Wij zijn neven.
Ik heb drie neven.
- Niemand weet dat wij neven zijn.
- Niemand weet dat wij nichten zijn.
- Het zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven en nichten.
- Ze zijn neven.
- Het zijn neven.
Wist je dat Tom en Maria neef en nicht waren?
Ik denk dat Tom en Maria neef en nicht zijn.
Een van mijn neven is met een romanschrijfster getrouwd.
Priemgetallen zijn alleen deelbaar door één en door zichzelf.
Tom heeft meer dan dertig neven en nichten, waarvan hij er sommige nooit ontmoet heeft.
God dobbelt dan wel niet met het universum, maar er is iets vreemds gaande met de priemgetallen.