Examples of using "Acho" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben het niet eens.
- Ik denk het niet.
- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het begrijp.
- Ik geloof dat ik het begrijp.
Ik geloof dat ik het heb verstaan.
Ik denk dat ik dronken ben.
- Ik denk het ook.
- Dat denk ik ook.
- Ik denk dat ik het snap.
- Ik denk dat ik het begrijp.
- Ik geloof dat ik het begrijp.
Ik denk dat je lui bent.
Ik vind het zeer aantrekkelijk.
Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.
Ik denk dat dat heel belangrijk is.
Ik denk dat hij gelijk heeft.
- Ik geloof dat ik het heb verstaan.
- Ik geloof dat ik het heb begrepen.
Ik ben bang dat we te laat zijn.
- Ik denk dat ik ervandoor moet.
- Ik geloof dat ik weg moet gaan.
Ik denk dat het mogelijk is.
Ik denk dat ik verliefd ben.
Ik denk het.
Ik denk dat ze me gezien hadden.
Ik denk dat ik duidelijk ben geweest.
Ik geloof dat je je vergist.
Ik denk dat het wel goed komt.
En dan zijn we klaar.
Het heeft niet echt geholpen.
Ik denk dat ik het kan.
Ik denk dat het waar is.
Ik vind dat hij competent is.
Ik denk dat ik snel terug kom.
Ik denk dat het ervan afhangt.
Ik denk het niet.
Ik denk dat we die nodig hebben.
Ik geloof dat ik flauwviel.
Ik denk dat het vandaag gaat regenen.
- Ik geloof dat ik het heb verstaan.
- Ik geloof dat ik het heb begrepen.
Ik denk dat ik te veel gedronken heb.
Ik denk van wel.
Ik denk dat hij kwaad is.
Ik denk dat verjaardagen belangrijk zijn.
Ik denk dat het waar is.
Ik denk dat dit van jou is.
Ik denk dat hij gelijk heeft.
Ik denk dat jullie er klaar voor zijn.
Ik denk dat Yumi ziek is.
Ik denk dat Tom onzeker is.
Ik denk dat je ze al kent.
Ik denk dat dat een waarschuwing is.
Ik denk dat ik misschien kou heb gevat.
Ik denk nog steeds dat we veilig zijn.
Ik denk dat het vandaag gaat regenen.
Ik denk dat je deze leuker vindt.
Ik ben bang dat we te laat zijn.
ik denk dat ik daar wel mee uit de voeten kan.
Ik denk dat hij door het leer is gekomen.
Ik heb de tarantula gevonden.
Het is toch een beetje hachelijk.
Ik denk dat ik alleen maar uitgeput ben.
Ik denk dat ze jou gebruiken.
Ik denk dat hij boos was.
Ik denk dat ik nu ophoud.
Ik denk dat ze ziek is.
Ik denk dat dit van jou is.
Ik denk dat ik in mijn broek ga schijten.
Je hebt gelijk, denk ik.
Ik denk dat ik ga slapen.
- Ik denk dat ik mijn sleutels kwijt ben.
- Volgens mij ben ik mijn sleutels kwijt.
Ik denk dat Yumi ziek is.
We kunnen denk ik maar beter beginnen.
Ik denk dat ik te veel gedronken heb.
Ik denk dat dat dringend is.
Ik denk dat ik hier zal blijven.
Dat is van mij, denk ik.
Ik ben bang dat ik gelijk had.
Ik geloof dat het morgen gaat sneeuwen.
Ik denk dat ik gek word.
- Hij heeft twee zonen, denk ik.
- Ik geloof dat hij twee zonen heeft.
Ik denk dat we nu moeten gaan.
Ik vind het geweldig.
Ik denk dat ze gelukkig zijn.
Ik denk dat dat heel belangrijk is.
Ik denk dat het aan het verbeteren is.
Volgens mij herken ik deze plek.
- Het spijt me, ik denk niet dat ik zal kunnen.
- Het spijt me, ik vrees dat het me niet zal lukken.
- Sorry, ik denk niet dat het mij zal lukken.
Kan je dat doen? Ik denk het.
Ik denk niet dat het waar is.
Ik denk dat ik mijn arm gebroken heb.
Ik denk dat Tom een student is.