Examples of using "Oferta" in a sentence and their dutch translations:
- Ik heb het aanbod afgewezen.
- Ik wees het aanbod af.
Ik accepteer het aanbod.
Ik ben gekomen om je een aanbod te doen.
- Hij accepteerde ons aanbod.
- Hij heeft ons aanbod geaccepteerd.
Je aanbod is redelijk.
Dit is mijn laatste aanbod.
Ik heb een goede baan aangeboden gekregen.
De werkaanbieding geldt nog steeds.
Goed. Ik aanvaard je aanbod.
- Waarom wees je zijn aanbod af?
- Waarom heb je zijn offerte afgewezen?
De werkaanbieding geldt nog steeds.
Men heeft mij een aanbod gedaan dat ik niet kon weigeren.
Het leek hem een wijze beslissing om het aanbod te accepteren.
Hun aanbod om het huis te kopen werd afgewezen.
- Deze aanbieding eindigt op 15 augustus 1999.
- Deze aanbieding loopt af op 15 augustus 1999.
Hun aanbod om het huis te kopen werd afgewezen.
Het was dom van je om zijn aanbod aan te nemen.
Dit is mijn laatste aanbod. Graag of niet.
Tom weet niet of hij de werkaanbieding moet aanvaarden of niet.