Examples of using "Marido" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een echtgenoot.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
- Zijn man is rijk.
- Haar man is rijk.
Mijn man is lui.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
- We zijn een echtpaar.
- Wij zijn man en vrouw.
Mijn man is lui.
Ze haatte haar echtgenoot.
- Zij heeft haar man vergiftigd.
- Ze heeft haar man vergiftigd.
- Ze vergiftigde haar man.
- Waar is mijn man?
- Waar is mijn echtgenoot?
- Mijn man was een leraar.
- Mijn man was leraar.
Haar man woont nu in Tokio.
Wijlen haar echtgenoot was violist.
Mijn echtgenoot heeft een vasectomie ondergaan.
Bel mijn man.
Tom is mijn man.
Ge hebt uw man bedrogen.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
- Mijn man is niets waard.
- Mijn echtgenoot is niets waard.
Maria houdt niet van haar man.
Ze had haar echtgenoot niet graag.
Zij zal voor altijd van haar echtgenoot houden.
Is je man thuis?
Ze is gescheiden.
Tom kent Mary's man.
Hij zal een goede echtgenoot zijn.
Hij toonde zich een ideale echtgenoot.
Zij borstelde de hoed van haar man.
Maria's man mishandelde haar.
John zal een goede echtgenoot en vader zijn.
Mijn man is een heel goede kok.
Maria's echtgenoot heet Tom.
Ze is er trots op dat haar man rijk is.
Haar man woont nu in Tokio.
Een vrouw wier echtgenote is overleden is een weduwe.
Mijn echtgenoot verdient honderdduizend dollar per jaar.
Haar man is in een tragisch auto-ongeval om het leven gekomen.
Mijn ex-man woont niet meer in deze stad.
Iemand zei me dat je bij je man bent weggegaan.
Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
- De collega die getrouwd is met een Fransman, is naar Parijs.
- De collega die getrouwd is met een Fransman, is naar Parijs vertrokken.
Iemand vertelde me dat Mary haar man heeft verlaten.
- Een vrouw wier echtgenoot overleden is, heet een weduwe.
- Een vrouw, wier echtgenoot is overleden, noemt men weduwe.
De man van de dochter van Karel is een schoonzoon van Karel.
Hij is de man van mijn zus. Hij is mijn zwager.
Ze heeft haar man overgehaald de vakantie in Frankrijk door te brengen.
Mijn oudere broer is een jaar ouder dan haar man.
- Tom zijn man is biseksueel.
- Toms man is biseksueel.
Maria was een jaar nadat ze trouwde nog maagd, omdat haar man impotent was.
- De man van mijn zus is mijn schoonbroer.
- De man van mijn zus is mijn zwager.
Zij wist wat het voor een getrouwde vrouw betekende om voor het huis, de echtgenoot, en de kinderen te zorgen.