Examples of using "Gosto" in a sentence and their dutch translations:
- Dat vind ik leuk.
- Ik vind dat leuk.
- Ge valt in mijn smaak.
- Ik vind je leuk.
- Ik vind jou leuk.
Dat vind ik erg leuk.
Ik hou van hem.
Dat waardeer ik.
Ik hou van deze stad.
Ik hou van sport.
- Ik hou van talen!
- Ik houd van talen!
Ik hou van slapen.
- Ik hou van honkbal.
- Ik hou van baseball.
Ik praat graag.
Ik hou van zwemmen.
Ik zing graag.
- Ik hou van de zon.
- Ik ben dol op de zon.
- Ik ben gek op de zon.
Ik hou van vis.
Ik hou van watermeloen.
Ik hou van frambozen.
Ik hou van zuurkool.
Ik hou van appels.
Ik hou van honden.
Ik hou van talen.
Ik vind China leuk.
- Ik hou van paarden.
- Ik houd van paarden.
- Ik hou van Australië.
- Ik vind Australië leuk.
- Ik hou van kunst.
- Ik vind kunst leuk.
- Ik hou van bonen.
- Ik hou van boontjes.
- Ik hou van lezen.
- Ik lees graag.
Ik wandel graag.
Ik hou van rijst.
- Ik vind dit niet leuk.
- Ik hou hier niet van.
- Deze heb ik niet graag.
- Ik vind deze niet leuk.
Ik hou van het vissen.
Ik hou van kaas.
Dat vind ik erg leuk.
- Ik zie ze allemaal graag.
- Ik vind ze allemaal leuk.
Ik ben graag alleen.
Ik vind je auto leuk.
Ik hou van alle twee.
Ik houd van deze hond.
Ik hou van fruit.
- Ik hou niet meer van haar.
- Ik hou niet meer van hem.
Ik hou van die hond.
Ik hou van mijn werk.
Ik hou van talen leren.
Ik vind dat niet zo'n leuk liedje.
Ik hou van het boek.
Ik wandel graag.
Ik vind het leuk.
- Ik hou van bonen.
- Ik hou van boontjes.
Ja, graag.
Ik hou van zwemmen.
Ik hou van de hond.
Ik hou van hen.
Ik hou van voetbal.
Dat is waar ik van hou.
Ik hou niet van wetenschap.
Ik eet graag taart.
Ik lees graag boeken.
Ik hou van mijn taal.
Zo heb ik het graag.
Ik hou van koekjes.
Ik hou ook van appels.
Ik kijk graag naar films.
Ik eet graag watermeloen.
- Ik hou er ook niet van.
- Ik houd er ook niet van.
- Ik vind het ook niet leuk.
- Ik hou er evenmin van.
Ik ben dol op wilde bloemen.
Ik houd niet van de zomer.
Ik speel graag basketbal.
Ik hou van groene thee.
- Ik hou van m'n leven.
- Ik hou van mijn leven.
Ik hou niet van appels.
Ik vind rode rozen leuk.
- Ik hou niet van sla.
- Ik hou niet van salade.
Ik hou niet van oesters.
Ik hou van klassieke muziek.
Ik vind die jurk niet mooi.