Examples of using "Carlos" in a sentence and their dutch translations:
Carlos draaide zich om.
De man van de dochter van Karel is een schoonzoon van Karel.
Carlos spreekt Spaans op een onjuiste manier.
Carlos is intelligent en creatief.
Karel de Grote werd door de paus gekroond.
Daarna wordt de reis voortgezet door de tunnel onder het Kanaal naar Frankrijk, het land van Karel de Grote en Napoleon.