Examples of using "Otworzyć" in a sentence and their dutch translations:
Open de fles.
Open de fles alsjeblieft.
Open alstublieft het raam.
Kun je het openen?
Mag ik een blikje openen?
Open uw tas alstublieft.
Mag ik het raam opendoen?
Kunnen jullie het openen?
Ik wil het venster niet openen.
- De deur gaat niet open.
- Ik krijg de deur niet open.
Tom kon de deur niet openen.
Wilt ge zo goed zijn het venster open te doen?
Mag ik een blikje openen?
Waarmee hebt ge het geopend?
Kan iemand de deur openmaken alsjeblieft?