Examples of using "Naprawić" in a sentence and their dutch translations:
Ik moet het repareren.
- Maak dit alsjeblieft in orde.
- Maak dit alstublieft in orde.
Kunt ge het laten herstellen?
Hij moet de klok herstellen.
Kunnen jullie een toilet repareren?
Ik wil deze klok repareren.
Kan je die lekke band nu herstellen?
Ik ben een mens met tekortkomingen, maar het zijn tekortkomingen die makkelijk verholpen kunnen worden.