Examples of using "Francuski" in a sentence and their dutch translations:
- Versta je Frans?
- Verstaat u Frans?
- Verstaan jullie Frans?
Hij heeft een Japanse roman naar het Frans vertaald.
Het Franse woord "chat" betekent "kat".
Waarom moet ik Frans leren?
Tom vertaalde het contract in het Frans.
Vertaal dit naar het Frans, alsjeblieft.
Kan hier iemand Frans spreken?
Frans is zijn moedertaal.
Jullie willen een Franse film zien, nietwaar?
Ik heb gehoord dat Frans een moeilijke taal is.
Is Frans moeilijker dan Engels?
Frans is niet mijn moedertaal.
Ik heb gehoord dat Frans een moeilijke taal is.
Het is best moeilijk om in 2, 3 jaar goed Frans te leren.
„Welke talen ken jij, Tom?” – „C++ en Java, bovendien ook een beetje PHP. En jij, Maria?” – „Frans, Japans en Hebreeuws.”
Hij kan Frans spreken.
De Europese Unie heeft 23 officiële talen die in theorie gelijke rechten hebben, maar in de praktijk slechts 3 werktalen: Engels, Frans en Duits.