Examples of using "Brata" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een broer.
Ik heb een oudere broer.
Ik ken jouw broer.
Ik heb één broer.
Ik heb een tweelingbroer.
Ik hou van je als van een broer.
Het is van mijn broer.
Ken je zijn broer?
- Ik ben fier op mijn broer.
- Ik ben trots op mijn broer.
Je kent mijn broer niet.
Jullie kennen mijn broer niet.
Bel je broer.
Hoe gaat het met je broer?
Bill lijkt helemaal niet op zijn broer.
Hij gaf zijn bloed om zijn broer te redden.
Tom heeft een broer die in Boston woont.
Ik heb geen broers of zussen.