Examples of using "Torto" in a sentence and their dutch translations:
Ge hebt geen ongelijk.
- Ze hebben het mis.
- Ze zitten ernaast.
- Zij hebben het mis.
- Zij zitten ernaast.
Ze heeft ongelijk.
- Je bent helemaal niet verkeerd.
- U bent helemaal niet verkeerd.
Heeft hij toegegeven dat hij fout zat?
Tom had ongelijk.
- Ze vergissen zich.
- U vergist zich.
Ze heeft ongelijk.
Ik was fout.
Ze hebben mij groot onrecht aangedaan.
- De afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Afwezigen hebben altijd ongelijk.
Had ik ongelijk?
Marie heeft geen ongelijk.
Wat als ik het fout heb?
- De afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Ik geef toe, ik had het mis.
- Ik geef het toe dat ik me vergist heb.
U vergist zich.
In dit geval heb je ongelijk.
De helft van de zogenaamde deskundigen zit dan verkeerd.
Afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Tom heeft het mis.
- Tom heeft ongelijk.
Tom zal niet toegeven dat hij ongelijk had.
- Heb ik het mis?
- Heb ik het fout?
- Tom zit er vaak naast.
- Tom vergist zich regelmatig.
Ik wou dat ik het mis had.
Open zijn over fouten hoort hier bij.
- Tom zat fout gisteren.
- Tom had het gisteren verkeerd.
Misschien had Tom niet gelijk.
Wetenschappers zitten er niet graag naast, maar puzzelen vinden we fijn.
Ik weet dat ik ongelijk heb.