Examples of using "Hai" in a sentence and their dutch translations:
Heb je honger?
Heb je gegeten?
Je probeerde het.
Je bent koud.
Je hebt gedronken.
Je hebt geboerd.
Heb je gewonnen?
Je hebt alles.
Heb jij Facebook?
Heb je het geld?
Je hebt helemaal gelijk.
- Jij reed.
- U reed.
- Jullie reden.
- Heb je een vuurtje voor mij?
- Hebt ge een aansteker?
Hebt ge gisteren gestudeerd?
- U heeft veel boeken.
- Jij hebt veel boeken.
- Jullie hebben veel boeken.
- Wat heb je gezegd?
- Wat zegt u?
- Wat zei u?
- Wat hebben jullie gezegd?
- Je hebt geen honger.
- Jij hebt geen honger.
- Heb je alles verstaan?
- Heb je alles begrepen?
Heb je een plan?
Heb je het niet koud?
Heb je geen honger?
Heb je goed geslapen?
Heb je geslapen?
Heb je kinderen?
Heb je gisteren gewerkt?
Heb je een bijnaam?
Heb je een auto?
Heb je een pen?
Je hebt problemen.
Heb je een rijbewijs?
Hoor je dat? Dana.
- Heb je gekozen?
- Heb je een keuze gemaakt?
- Hebt ge honger?
- Heb je honger?
Je hebt gelijk.
Heb je gewonnen?
Snap je het?
Je hebt gehinkt.
Heb je dorst?
- Je hebt gezelschap.
- Je hebt bezoek.
Heb je gegeten?
Heb je een afspraak?
Je hebt een wind gelaten.
Heb jij Facebook?
Wat heb je gisteren gedaan?
Je begreep.
Je rookte.
Hoeveel intieme vrienden heb je?
Wat je niet hebt is beter dan wat je wel hebt.
Wat heb je gezegd?
Je hebt geen koorts.
Heb je de sleutel nodig?
Je hebt brood gekocht.
Je hebt bescherming nodig.
Hoeveel hebt ge ervoor betaald?
Je hebt een mooie stem.
- Je hebt een mooie lach.
- Je hebt een mooie glimlach.
Heb je een favoriete zanger?
Je hebt een fout gemaakt.
Heb je er de middelen voor?
Wat heb je gezegd?
- Heb je een grote familie?
- Heb jij een grote familie?
Ben je bang van de stilte?
- Wat heb je gisteren gedaan?
- Wat heeft u gisteren gedaan?
- Wat hebben jullie gisteren gedaan?
Je hebt mooie ogen.
Je hebt hulp nodig.
Je bent Esperanto beginnen te leren.
Hoeveel boeken bezit je?
- Heeft u een aansteker?
- Hebt ge een aansteker?
Hoe oud ben je?
Heb je een kaartje?
- Hebt ge een hobby?
- Heb je een hobby?
Heb je nachtmerries?
Zei je iets?
- Heb je ontbeten?
- Hebben jullie ontbeten?
- Heeft u ontbeten?
Hoeveel geld heb je?
Jij hebt drie auto's.
Hoeveel zussen hebt gij?
Heb je ondertekend?
- Heb je eieren?
- Hebt u eieren?
- Hebben jullie eieren?
- Heeft u eieren?
- Je hebt een bezoeker.
- U heeft een bezoeker.
- Jullie hebben een bezoeker.
Je hebt het net gemist.