Examples of using "Nulla" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb niets gehoord.
- Noppes!
- Niets!
- Niks!
Ik heb niks.
- Ze zei niets.
- Ze heeft niets gezegd.
- Tot uw dienst.
- Niets te danken!
Je begrijpt niets.
Niets verandert.
Herinner je je aan niets meer?
- Niets zeggen!
- Zeg niets!
Je begrijpt niets.
Hij is absoluut niet gelukkig.
- Wie niet waagt, die niet wint.
- Wie niet waagt, niet wint.
O, het is niets!
Veel geblaat, weinig wol.
Ik vraag niets van je.
Niks is gratis.
Zeg haar niets hierover.
Vrees niet, want er is niets te vrezen.
Geen handen.
Tom kon niks zien.
- Wie veel eist, krijgt veel. Wie te veel eist, krijgt niets.
- Wie te veel wil, krijgt niets.
- Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op de neus.
Ik heb niets nodig.
Hij ging weg zonder iets te zeggen.
- Hij heeft niets.
- Ze heeft niets.
Ik kan niks horen.
Ik wil niets.
Zij geven niets.
Ik heb niets.
Hij zei niets.
Er is niets veranderd.
- Ik weet niets.
- Ik weet van niks.
Niemand heeft iets gedaan.
- Ik zeg niks.
- Ik zal niets zeggen.
Ik drink niets.
- Ik leer niets.
- Ik leer niks.
Ik wilde niks.
Niemand heeft iets gezien.
- Niets kan ons tegenhouden.
- Niets kan ons stoppen.
Hij heeft niets.
Ze heeft niets.
- We weten niets.
- We weten van niets.
Ik doe niets.
Wie niets heeft, is niets.
Ik wist niets.
- Ze vonden niks.
- Ze vonden niets.
- Niets gebeurd.
- Er is niks gebeurd.
Niets maakt me bang.
- We zijn aan het niksen.
- We zijn niets aan het doen.
- We hebben niets gezien.
- We zagen niets.
Ik heb niets gezien.
Ik heb niets gezegd.
Hij zei niets.
U hoeft niets te zeggen.
Hier gaat u niets vinden.
Herinner je je aan niets meer?
Je bent haar niets verschuldigd.
Je kon er niets aan doen.
Wat gebeurt er als ik niets doe?
Ik kan nu niets zeggen.
Zij geven niets.
Geef geen antwoord!
Niks nieuws.
Er zal niets gebeuren.
Ik kende die vrouw helemaal niet.
- Ik werk liever dan dat ik niks doe.
- Ik hou meer van werken dan van niksen.
- Graag gedaan.
- Tot uw dienst.
- Niets te danken!
- Er ontbreekt niets.
- Er mist niets.
Ik kan niks bedenken.
Niets is heilig.
Zij weten niets.
- Er klopt niets.
- Het slaat nergens op.
- Graag gedaan.
- Tot uw dienst.
- Niets te danken!
- Graag gedaan!
- Geen dank.
Er gebeurt niks.
Alleen de waarheid is schoon.
Ik zie niets.
- Ik ben van niets bang.
- Niets maakt me bang.