Examples of using "Telefonato" in a sentence and their dutch translations:
Heb je hem gebeld?
Ze belde.
Hij heeft ons gebeld.
Ik heb gebeld.
Wie heeft er gebeld?
- Wie heeft er gebeld?
- Wie belde er?
Paul heeft net gebeld.
Hij belde me vanuit Tokyo.
Ik wil weten wie gebeld heeft.
Hij belde me op om middernacht.
Tom belde.
Ik belde hem.
- Er werd gebeld.
- Iemand heeft gebeld.
Ze heeft me eindelijk gisteren opgebeld.
Mijn secretaresse zei me dat je gebeld had.
Eenmaal op het station aangekomen, belde ik mijn vriend op.
Een meisje belde me op.
Tom belde zijn vriendin.
Hij belde me vanuit Tokyo.