Examples of using "Familiare" in a sentence and their dutch translations:
- Je komt me bekend voor.
- U komt me bekend voor.
- Jullie komen me bekend voor.
- Het ziet er bekend uit.
- Het komt me bekend voor.
Voel je dat dan?
Tom komt me bekend voor.
Je naam komt me bekend voor.
Dat liedje klinkt mij bekend in de oren.
We kennen het verhaal.
Ik ben niet met de jongen bekend.
Zijn familie volgt al vier generaties sporen...
Eindelijk hoort de pup een bekend geroep.