Translation of "Diavolo" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Diavolo" in a sentence and their dutch translations:

Diavolo!

- Verdorie!
- Godverdomme.
- Duivel!

Oh, diavolo.

O, man. Nee.

- Smamma.
- Smammi.
- Smammate.
- Sgomma.
- Sgommate.
- Sgommi.
- Vai al diavolo.
- Vada al diavolo.
- Andate al diavolo.

- Scheer je weg!
- Hoepel op!
- Wegwezen.
- Donder op.

Vai al Diavolo!

Rot op!

Cosa diavolo è questo?

Wat is dit in hemelsnaam?

Che diavolo ti manca?

Wat is er in godsnaam mis met jou?

- Va' all'inferno!
- Va' al diavolo!

Ga naar de hel!

Cosa diavolo stai facendo qua?

Wat doe je hier?

Ho fatto il diavolo a quattro.

- Ik heb herrie gemaakt.
- Ik maakte herrie.
- Ik veroorzaakte oproer.

Ora, come diavolo li uccide e li mangia?

Hoe doodt en eet ze die?

Si parla del Diavolo e spuntano le corna.

Als je van de duivel spreekt.

- Che vadano a farsi vedere!
- Che vadano al diavolo!

Naar de duivel met hen!

Si dice, che lui ha venduto l'anima al diavolo.

Men zegt dat hij zijn ziel aan de duivel heeft verkocht.

Ci mette qualche secondo per capire che diavolo sta succedendo.

Het duurt even voor ik weet wat hier gaande is.

Ieri sono diventato un dio, ma l'ho trovato così noioso che oggi sono diventato un diavolo.

Gisteren werd ik een god, maar ik vond dat te vervelend, dus vandaag werd ik een duivel.