Examples of using "Coltello" in a sentence and their dutch translations:
Er ontbreekt een mes.
- Dat is niet jouw mes.
- Dat is niet uw mes.
- Dat is niet jullie mes.
Ik heb een mes nodig.
Dat is geen mes. Dít is een mes.
Het mes is bot.
Er ontbreekt een mes.
Ik wil een mes.
- Ze doodde hem met een mes.
- Ze vermoordde hem met een mes.
Ze vermoordde hem met een mes.
Hij stak zijn mes in de boom.
Ik kan het mes niet vinden.
Het mes is vies.
Dat mes snijdt goed.
Ik snijd het brood met een mes.
Ik heb mij verwond aan een mes.
Mag ik je mes lenen?
- Tom gaf het mes aan Maria.
- Tom overhandigde het mes aan Maria.
Ik heb een mes en een vork.
Mijn mes is bot geworden.
Ik snijd het brood met een mes.
Het mes is niet scherp.
- Tom slijpt een mes.
- Tom is een mes aan het slijpen.
Mijn mes is scherp.
Ik heb een mes nodig.
Het is een keukenmes.
Het mes is niet scherp.
Dit mes is heel scherp.
Is er een mes in de keuken?
Dit mes is helemaal niet scherp.
Tom stierf met een mes in zijn rug.
Ik heb me met een mes in mijn vinger gesneden.
Dit mes is niet scherp genoeg.
Ik snijd het brood met een mes.
Dat is niet jouw mes.
Dit is Toms mes.
Pas op. Dat mes is scherp.
Moeder sneed de kaas met een mes.
Ik heb het mes teruggegeven dat ik geleend had.