Examples of using "Collina" in a sentence and their dutch translations:
Ik zag de heuvel.
Het hotel staat op een berg.
Ik liep de heuvel op.
Je moet de heuvel op gaan.
De heuvel was bedekt met sneeuw.
Mijn huis staat op een heuvel.
De heuvel is altijd groen.
Mijn huis staat op een heuvel.
Het oude kasteel staat op de heuvel.
Vanaf de heuvel kunnen we een prachtig uitzicht over de zee krijgen.
- Van een afstand gezien, lijkt de heuvel op een olifant.
- Vanuit de verte gezien ziet de heuvel eruit als een olifant.
De kerk bevindt zich op de heuvel boven de stad.
Wie was de man die op de heuvel werd gedood?