Examples of using "Piedi" in a sentence and their dutch translations:
Sta op!
- Was uw voeten.
- Was je voeten.
Stond je op?
Hij stond.
Ze stonden.
Ik ga te voet.
Sta op!
Iedereen stond.
We stonden allemaal.
Mijn voeten zijn koud.
- Normaal ga ik te voet.
- Meestal loop ik.
- Normaal loop ik.
- Ik stond.
- Ik heb gestaan.
- Ik heb koud aan de voeten.
- Mijn voeten zijn bevroren.
Hij heeft kleine voeten.
Ze stonden.
Zij heeft kleine voeten.
Zij loopt naar het werk.
- Was uw voeten.
- Was je voeten.
Was je voeten.
Mijn voeten doen pijn.
Ik liep de heuvel op.
We liepen over het ijs.
Toms voeten werden nat.
Ik kan niet opstaan.
De man stond op.
Hij loopt naar school.
- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.
Ik ging lopend naar school.
- Kan ik daar lopen?
- Mag ik daar lopen?
We reisden te voet.
Wie stond er?
Tom stond op.
Ik kwam te voet.
Waarom lopen jullie niet?
Ik moest te voet naar huis gaan.
Ik loop altijd naar school.
- Tom liep naar huis.
- Tom is naar huis gelopen.
- Tom is naar huis gewandeld.
- Tom wandelde naar huis.
Hij stond achter mij.
- Blijf alsjeblieft staan.
- Blijf alstublieft staan.
Mijn voeten doen pijn.
Pas op je tenen.
Kijk uit waar je loopt.
Hij kietelt mijn voeten.
Iedereen keek naar mijn voeten.
De kerstman stond in de tuin.
Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.
- Sta op en stel uzelf voor, alstublieft.
- Sta op en stel jezelf voor, alsjeblieft.
- Sta op en introduceer uzelf, alstublieft.
De leerlingen gingen te voet naar school.
Gaat hij te voet naar school of met de fiets?
Ze kunnen zichzelf niet rechtop houden.
Sta recht, alsjeblieft.
Tom gaat te voet naar school.
Zullen we lopen of met de auto gaan?
Wie is die man die daar staat?
Hou je ervan om barrevoets te lopen?
Zijn voeten sliepen.
- Hij ging te voet naar huis.
- Hij liep naar huis.
- Hij is naar huis gelopen.
- Hij is te voet naar huis gegaan.
Ze gaat te voet naar school.
Normaal lopen we naar school.
- Haal alsjeblieft die stoel weg, want hij staat in de weg.
- Haalt u alstublieft die stoel weg, want hij staat in de weg.
- Hij stond op.
- Hij ging staan.
Ik stond op, maar niet voor lang.
Ik zou liever op de fiets dan te voet gaan.
Waarom ga je te voet, als je een auto hebt?
Standing 6 voet.. 4, Mortier was co opmerkelijk vanwege zijn lengte en moed,
- Ga weg!
- Verdwijn!
- Wegwezen.
De dief was aan handen en voeten gebonden.
Deze stoelen staan in de weg.
Ik moest te voet naar huis gaan.
Ik ben te voet gekomen door China.
Ik kan mijn tenen niet voelen.
Er staat iemand achter de muur.
Ik ga liever lopen dan de bus te nemen.
Deze kamer is twaalf bij vierentwintig voet.
Ga je daar de hele dag blijven staan?
Ze zei dat ze naar huis moest lopen.
Ik zie hem. Hij zwaait met zijn armen.
Ik zie hem. Hij zwaait met zijn armen.
Tom stond voor Maria.
Kijk, de jongens lopen met blote voeten in het water.
Hij zat volledig onder de modder.
Er is een oud kasteel aan de voet van de berg.
Als we lopen komen we veel te laat.
Tom is blootsvoets.
Waarom ga je te voet, als je een auto hebt?
en zet je voeten plat op de vloer