Examples of using "Dovete" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een extractie nodig.
Jullie moeten nu vertrekken.
Dat moeten er toch veel zijn.
Maar dan moet je een stap achteruit zetten
Ik heb een extractie nodig. Hallo. Oké, we halen je op.
- U bent veel geld verschuldigd.
- Jullie zijn veel geld verschuldigd.
Je moet het me leren.
Je moet gaan.
Ge moet hem helpen.
- Moet je weg?
- Moet je weggaan?
- Moet je gaan?
Je moet haar helpen.
- Je moet je haasten.
- Je moet opschieten.
- U moet opschieten.
- Jullie moeten opschieten.
- Jullie moet je haasten.
En ik ben niet de enige die dat zegt.
-- je hoeft niet hardop te antwoorden --
je niet verder hoeft te kijken dan naar de vulkanen zelf.
Ja, je moet.
Je moet mij helpen.
Je moet luisteren.
Je moet opstaan.
- Je moet gaan.
- Je moet vertrekken.
Ge moet onmiddellijk beginnen.
Je moet beginnen dat iedere dag te doen.
Je moet haar redden.
maar je moet eerlijk tegen jezelf zijn.
Als je ijs wilt smelten, moet je het nat maken,
Hij zei dat je niet hoeft te gaan.
Je lijkt wel gek.
- Je moet voorzichtig zijn.
- U moet voorzichtig zijn.
- Jullie moeten voorzichtig zijn.
Er wordt niet van je verwacht dat je vecht.
- Je moet niet eten.
- Je hoeft niet te eten.
U moet ons niet bedanken.
Je hoeft me niet op te bellen.
Je moet water drinken.
Je moet je niet veranderen.
Je hoort nu te oefenen.
Je moet dat morgen doen.
- Moet je Tom helpen?
- Moet u Tom helpen?
- Moeten jullie Tom helpen?
Je moet me iets beloven.
Je hoeft niet te zingen.
- Wanneer moet je weg?
- Wanneer moet je vertrekken?
- Je bent me wat verschuldigd.
- U bent me wat verschuldigd.
- Jullie zijn me wat verschuldigd.
Je moet respect tonen.
- U hoeft niet te antwoorden.
- Je hoeft niet te antwoorden.
Daarom moeten jullie weten dat er één ding is
Je moet iets vroeger opstaan.
- Ge moet leren uit uw fouten.
- Je moet leren van je eigen fouten.
Je moet hard leren.
U hoeft niets te zeggen.
Je bent haar niets verschuldigd.
- Je moet deze zin onthouden.
- U moet deze zin onthouden.
- Jullie moeten deze zin onthouden.
Ge moet stoppen met roken.
Je moet haar woning zien.
Je moet naar school.
- Jullie moeten meer eten.
- Je moet meer eten.
Moet je zondags werken?
Je zou wat meer moeten oefenen.
Je mag niet te veel eten.
Je moet vooraf betalen.
- Ge moet hem maar een klein beetje helpen.
- Je moet hem maar een klein beetje helpen.
Je hoeft niet te luisteren naar wat hij zegt.
- Je bent me een biertje schuldig.
- U bent me een biertje schuldig.
- Jullie zijn me een biertje schuldig.
- U moet niet komen morgen.
- Jullie moeten niet komen morgen.
Je moet stoppen met drinken.
- Je moet over alles twijfelen.
- Je moet overal aan twijfelen.
Je moet geloven in de wetenschap!
Je moet me alleen één ding beloven.
Jullie moeten heel stil zijn en op jullie tenen lopen. Het baby'tje slaapt.
Jij hoort beneden te zijn.
Je moet je kamer opruimen.
- U hoeft niet te antwoorden.
- Je hoeft niet te antwoorden.
- Je moet veel harder studeren.
- Jullie moeten veel harder studeren.
Waarom moet je mij plagen?
Je moet voor hen zorgen.
- U moet voor hem zorgen.
- Je moet voor hem zorgen.
Ge moet uw best doen.
- Eerst moet je ophouden met roken.
- Eerst moet u ophouden met roken.
- Om te beginnen moet je stoppen met roken.
Ge moet op voorhand betalen.
- U hoeft niet naar de tandarts te gaan.
- Je hoeft niet naar de tandarts te gaan.
Dat hoor je zonder toestemming niet te doen.
Je hoeft niet zo vroeg op te staan.
- Je moet je schulden aflossen.
- U moet uw schulden aflossen.
- Jullie moeten jullie schulden aflossen.
- Je moet je kamer schoon houden.
- U moet uw kamer schoon houden.
- U moet die vragen niet beantwoorden.
- Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Je moet meer grammatica leren.
Je moet dit werk tegen de middag af hebben.
- Je moet voor negen uur terugkomen.
- U moet voor negen uur terugkomen.
- Jullie moeten voor negen uur terugkomen.
Je moet de heuvel op gaan.
Je mag in de klas geen lawaai maken.
Doe uw schoenen uit voor ge de kamer binnengaat.
Je moet naar buiten gaan als je wilt roken.