Examples of using "Nagymamám" in a sentence and their dutch translations:
Mijn grootmoeder is ziek.
Het is toch maar goed dat ik een oma heb!
Mijn oma praat langzaam.
Mijn oma woont op het platteland.
Ik ben het gezicht van mijn grootmoeder al vergeten.
Mijn oma woonde bij ons.