Translation of "Bostonba" in Dutch

- Elutazott Bostonba autóval.
- Kocsival ment Bostonba.

Hij ging met de auto naar Boston.

- Vonattal utaztam Bostonba.
- Vonattal mentem Bostonba.

Ik ging per trein naar Boston.

Elmentünk Bostonba.

We gingen naar Boston.

Bostonba repültem.

Ik vloog naar Boston.

Bostonba utazott autóval.

- Hij reed per auto naar Boston.
- Hij ging met de auto naar Boston.

Bostonba kell mennem.

Ik moet naar Boston.

Tomi Bostonba költözött.

- Tom is verhuisd naar Boston.
- Tom is naar Boston verhuisd.

Azt hittem, Bostonba mész.

Ik dacht dat je naar Boston ging.

Nem akarok Bostonba menni.

Ik wil niet naar Boston gaan.

Tamás már Bostonba érkezett.

Tom is al in Boston aangekomen.

Tamás nem ment Bostonba.

Tom ging niet naar Boston.

Tom gyakran megy Bostonba.

Tom gaat vaak naar Boston.

- Tom holnap reggel érkezik Bostonba.
- Tom holnap reggel érkezik meg Bostonba.

Tom zal morgenochtend in Boston aankomen.

Igaz, hogy Tom elment Bostonba?

Is het waar dat Tom naar Boston is gegaan?

Tom nyert egy ingyenes utazást Bostonba.

Tom heeft een gratis reis naar Boston gewonnen.

Azt akarom, hogy menj vissza Bostonba.

- Ik zou graag hebben dat u terug naar Boston komt.
- Ik zou graag hebben dat je terug naar Boston komt.
- Ik zou graag hebben dat jullie terug naar Boston komen.

Úgy döntött Tom, hogy Bostonba megy.

Tom besloot naar Boston te gaan.

Tom három évvel ezelőtt Bostonba költözött.

Tom is drie jaar geleden naar Boston verhuisd.

Tamás tizenhárom éves korában tért vissza Bostonba.

Tom kwam naar Boston toen hij dertien was.