Examples of using "Menni" in a sentence and their dutch translations:
- Wil je weg?
- Wil je gaan?
- Willen jullie gaan?
- Wilt u gaan?
Wij willen weggaan.
- Waar wilt ge naartoe?
- Waar wil je heen?
Waar wilt ge naartoe?
Wil je weg?
Ik ben bang om te gaan.
- We moeten vertrekken.
- We moeten gaan.
Het is tijd om weg te gaan.
Ik wil niet gaan.
- Wilt ge met mij naar het concert gaan?
- Wil je met mij naar het concert gaan?
Ben je van plan om naar het buitenland te gaan?
Heb je zin om naar de film te gaan?
Waar wilt ge naartoe?
Ik ga.
Ik zou graag met je meegaan.
- Zal je gaan?
- Zult u gaan?
- Zullen jullie gaan?
- Ik wil daarheen gaan.
- Ik wil daarnaartoe gaan.
Ik wil niet gaan.
Ik wil naar het buitenland.
- Het is beter als je weggaat.
- Je kan maar beter gaan.
Ik wil naar het buitenland.
Zoudt ge graag naar het buitenland gaan?
Waar wilt ge naartoe?
Ik wil naar Italië gaan.
Ik wil naar Japan gaan.
Ik wil naar Bali gaan.
Ik wil weggaan.
Wie zal gaan?
Ik wil met je meegaan.
- Ik wil naar huis.
- Ik wil naar huis gaan.
Ik wil niet naar het zwembad gaan.
"Ik wil gaan studeren en reizen
Heb je zin om te gaan zwemmen?
Waar zou je als eerste heen willen?
Tom wil naar Japan gaan.
Hij wou naar de zee rijden.
Ik wil niet alleen gaan.
Ik wil nog steeds gaan.
Ik wil niet naar school.
- Kan je lopen?
- Kunt u stappen?
- Kunt u lopen?
- Ik wil naar de cinema gaan vandaag.
- Ik wil naar de film gaan vandaag.
- Vandaag wil ik naar de bioscoop.
- Ik wil naar de cinema gaan vandaag.
- Ik wil naar de film gaan vandaag.
- Vandaag wil ik naar de bioscoop.
Ik zal gaan.
Ik wil niet naar het ziekenhuis gaan.
Ik wil niet naar Boston gaan.
Ik wilde daarnaartoe gaan.
We gaan allemaal samen.
Ik wil weg uit Boston.
Ik ga daar in uw plaats naartoe.
- Hij wil naar Amerika.
- Hij wil naar Amerika gaan.
Ze moeten allemaal weg.
- Het is al tijd om naar huis te gaan.
- Het is bijna tijd om naar huis te gaan.
We zullen gaan.
Ik wil niet naar de tandarts gaan.
Tom wilde naar Australië.
Mam, ik wil niet gaan!
Ik wil naar Seattle gaan.
Heb je zin om morgen te gaan shoppen?
Waarom wil ze naar Rusland gaan?
Ik ga.
Ik wil naar Spanje gaan.
Ik kan niet zonder stok lopen.
Wij willen weggaan.
- Willen jullie naar de film of naar het theater?
- Wil je liever naar de bioscoop of naar het theater?
- Wilt u naar de bioscoop of het theater gaan?
Dat zal goed gaan, geen schrik!
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.
Tom wilde niet naar de dokter gaan.
Ik ga naar Parijs.
Ik wil met je mee vanavond.
Ik wil ergens naartoe gaan in Europa.
Maak je geen zorgen, ik ga zelf.
Kan je voor mij wat inkopen doen?
Ik wil naar Noord-Korea gaan.
Heb je zin om naar een film te gaan morgenavond?
Zeg me waarom je daarheen wilt gaan.
Mary wil met een miljonair trouwen.
Zoudt ge vanavond naar het theater willen gaan?
Waar wil je van de zomer heen gaan?
Ik zou graag naar Japan kunnen gaan.
- Ik ga graag naar de bioscoop.
- Ik hou ervan om naar de bioscoop te gaan.
Ik ben van plan te gaan.
Ik ga liever te voet dan in een voertuig vervoerd te worden.
Hij wilde niet gaan, ik ook niet.
- Gisteren ben ik gewoon niet naar mijn werk gegaaan.
- Ik wilde gewoon niet gaan werken gisteren.