Examples of using "Türen" in a sentence and their dutch translations:
Geld maakt alle deuren open.
De deuren waren gesloten.
Doe de deuren op slot.
De deuren sluiten automatisch.
- Ik deed de deuren open.
- Ik heb de deuren opengedaan.
Deze deuren waren er toen niet.
- Deuren zijn echt niet zo moeilijk.
- Deuren zijn niet zo erg als je denkt.
Alle deuren van het huis waren gesloten.
Voor Louise gaan alle deuren open.
Een gouden sleutel maakt alle deuren open.
Je had alle deuren op slot of tenminste dicht moeten doen.
De muren hebben oren, de deuren hebben ogen.
Met dat artikel trap je een open deur in!
Gouden deuren gaan open, fanfares begroeten de president van Rusland.
Je had alle deuren op slot of tenminste dicht moeten doen.
Nadat ik alle deuren sloot, ging ik slapen.
- De deuren waren gesloten.
- De deur was gesloten.
...beukte de zee de deuren in en vulde het de vloer van het huis.
Iedere deur in het huis is op slot.
Een voordeel van automatische deuren is zeker dat mensen hun besmettelijke ziektes niet kunnen verder verspreiden door het aanraken van deurklinken.