Examples of using "Hauses" in a sentence and their dutch translations:
Alle deuren van het huis waren gesloten.
Het dak van mijn huis is rood.
Hij is de heer des huizes.
Ik liet de kat buitenshuis.
De eigenaar van dit huis is de heer Yamada.
Ik keek door een venster van mijn huis.
Er zijn geen winkels in de omgeving van mijn huis.
Er zijn geen winkels in de omgeving van mijn huis.
Ze sparen hun geld voor de aankoop van een huis.
De kat klom zelf op het dak van mijn huis.
Bij de ingang van een Japans huis worden bezoekers meestal verzocht hun schoenen uit te trekken.
...beukte de zee de deuren in en vulde het de vloer van het huis.
Je moet je schoenen uittrekken voordat je een huis binnengaat.
Tom gaat vrij dikwijls uit eten.
Iedere deur in het huis is op slot.
In Nederland is het de gewoonte dat, wanneer bij de bouw van een huis het hoogste punt bereikt is en de dakpannen gelegd kunnen worden, de opdrachtgever de bouwvakkers op zogenaamd "pannenbier" trakteert om dit te vieren. Er wordt dan een vlag in de nok van het huis geplaatst. Is de opdrachtgever te gierig om te trakteren, dan wordt geen vlag, maar een bezem geplaatst.