Examples of using "Stehe" in a sentence and their dutch translations:
Sta rechtop!
Sta op!
- Ik sta tot uw beschikking.
- Ik sta voor u klaar.
- Ik sta tot je beschikking.
- Ik sta tot jullie beschikking.
Sta op!
Ik sta in de schaduw.
Ik sta vroeg op.
- Ik dek je wel.
- Ik steun je.
- Ik sta achter je.
- Ik sta gewoonlijk op om 6 uur.
- Ik sta normaal op rond zes.
- Meestal word ik laat wakker.
- Ik kom gewoonlijk laat uit bed.
Ik sta op om zes uur.
Ik sta voor u klaar.
Ik sta graag vroeg op.
Sta morgen vroeg op!
Morgen sta ik vroeg op.
Ik sta tot uw beschikking.
Ik sta altijd onder druk.
Ik sta voor de deur.
Ik sta nog aan het begin.
Ik sta gewoonlijk op om 6 uur.
Ik sta altijd op om zes uur.
Ik sta meestal om acht uur op.
Ik sta om 7 uur op.
Ik sta met plezier tot uw beschikking.
Ik sta meestal om acht uur op.
Normaal gezien sta ik om zeven uur op.
Ik ben helemaal tot uw dienst.
Morgen sta ik vroeg op.
En toch beweer ik hier:
Ik ben op goede voet met hem.
Ik sta gewoonlijk op om 6 uur.
Blijf daar niet zo staan. Kom binnen.
Ik sta altijd op om zes uur.
Ik sta in het midden van het schoolplein.
Sta op!
Ik sta elke dag om zeven uur op.
Sta op!
Ik sta bijna iedere dag om zes uur op.
Sta op!
Morgen sta ik vroeg op.
Hoe vroeger ik naar bed ga, hoe vroeger ik opsta.
Ik sta altijd onder druk.
Ik sta nog aan het begin. Ik heb dat nog niet geleerd.
- Ik ben nu op het vliegveld.
- Ik ben momenteel op het vliegveld.
- Ze verwijt me dat het niet goed gaat met ons huwelijksleven.
- Ze verwijt me dat het niet goed gesteld is met ons huwelijksleven.
- Ze verwijt me dat ons huwelijksleven niet goed verloopt.
Sta op!
Sta op!
- Ik ben nu op het vliegveld.
- Ik ben momenteel op het vliegveld.