Examples of using "Spielsachen" in a sentence and their dutch translations:
Kinderen spelen met speelgoed.
Al het speelgoed is van hout.
Al het speelgoed is van hout.
Als je dat waterpistool wilt hebben, moet je er zelf maar voor sparen. Ik kan geen speelgoed voor je blijven kopen. Het geld groeit niet op m'n rug.