Translation of "Pflanzen" in Dutch

- Die Pflanzen wachsen.
- Pflanzen wachsen.

Planten groeien.

Pflanzen wachsen.

Planten groeien.

Gieß die Pflanzen!

Geef de planten water.

Bäume sind Pflanzen.

Bomen zijn planten.

Die Pflanzen wachsen.

De planten groeien.

Können Pflanzen sprechen?

Kunnen planten praten?

Pflanzen haben kein Gehirn.

Planten hebben geen hersenen.

Können Pflanzen Schmerz empfinden?

Kunnen planten pijn voelen?

Lasst uns Bäume pflanzen!

Laat ons bomen planten!

Die Pflanzen brauchen Regen.

De gewassen hebben regen nodig.

Die Pflanzen bekamen Wasser.

De planten kregen water.

Zwischen den Pflanzen scharrt ihr

Je beweegt de aarde tussen de planten...

Als alle Pflanzen der Erde,

dan in alle vegetatie ter wereld,

Pflanzen gehen ohne Wasser ein.

Planten sterven zonder water.

Diese Pflanzen sind alle giftig.

Deze planten zijn allemaal giftig.

Viele Pflanzen blühen im Frühling.

Veel planten bloeien in de lente.

Sie hat die Pflanzen gegossen.

Ze heeft de planten water gegeven.

Sprichst du mit deinen Pflanzen?

Praat je tegen je planten?

- Bist du gegen irgendwelche Pflanzen allergisch?
- Seid ihr gegen irgendwelche Pflanzen allergisch?
- Sind Sie gegen irgendwelche Pflanzen allergisch?
- Hast du eine Pflanzenallergie?

- Bent u allergisch voor een één of andere plant?
- Ben je allergisch voor bepaalde planten?

Indem wir tiefwurzelnde mehrjährige Pflanzen einsetzen,

door de invoering van diepgewortelde vaste planten,

- Wir säen.
- Wir pflanzen Samen ein.

Wij zaaien.

Alle Pflanzen brauchen Wasser und Licht.

Alle planten hebben water en licht nodig.

Sind Sie gegen irgendwelche Pflanzen allergisch?

Bent u allergisch voor bepaalde planten?

Die Pflanzen sind an Wassermangel eingegangen.

De planten zijn gestorven bij gebrek aan water.

Gieß die Pflanzen, bevor du frühstückst.

Geef de planten water voor uw ontbijt.

Pflanzen wachsen schnell, wenn es geregnet hat.

Planten groeien snel na regen.

Viele Schmetterlinge fliegen um die Pflanzen herum.

Er vliegen veel vlinders rond de planten.

Wir pflanzen nur Erdbeeren in unserem Garten.

We planten alleen aarbeien in onze tuin.

Vor uns liegt eine Wand aus Sauergras-Pflanzen.

Kijk, het is gewoon een muur... ...van zaaggras voor ons.

Denn grüne Pflanzen bedeuten in der Regel Ressourcen.

...want groene planten betekent normaal gesproken bronnen.

Die Pflanzen nehmen Wasser aus dem Boden auf.

De planten nemen water op uit de grond.

Die Botanik beschäftigt sich mit dem Studium der Pflanzen.

Plantkunde is de studie van de planten.

Wasser, Pflanzen und Mineralien sind wichtig für die Menschheit.

Water, planten en mineralen zijn voor de mensheid van essentieel belang.

In der trockensten Wüste der Welt können wir Bäume pflanzen.

We kunnen bomen planten in Atacama, de droogste woestijn ter wereld.

Bambus ist eine der am schnellsten wachsenden Pflanzen der Welt.

Bamboe is een van de snelst groeiende planten op de planeet.

Die Pflanzen müssen eingegangen sein, weil sie niemand gegossen hat.

De planten moeten dood zijn gegaan omdat niemand ze water heeft gegeven.

Die Wissenschaft weiß, dass Pflanzen Gefühle haben. Und? Was bringen sie?

Het is wetenschappelijk bewezen dat planten kunnen voelen. En? Wat is de winst?

Auch das beinhaltet viel Flüssigkeit. Mich macht nur nervös, dass manche Pflanzen

Hier kun je een hoop vloeistof uit halen. Het enige dat me zorgen baart...

Das kürzlich einen Meilenstein beim Pflanzen von 10 Millionen Bäumen überschritten hat.

dat onlangs een mijlpaal heeft gepasseerd met het helpen planten van 10 miljoen bomen.

- Alle Pflanzen brauchen Wasser und Licht.
- Jede Pflanze braucht Wasser und Licht.

Alle planten hebben water en licht nodig.

Je höher die Temperatur, desto mehr Wasser benötigen Pflanzen, um kühl zu bleiben.

Hoe hoger de temperatuur, des te meer water planten nodig hebben om koel te blijven.