Examples of using "Nickerchen" in a sentence and their dutch translations:
Doe een dutje.
- ze werden betrapt op een dutje.
Tijd om te gaan slapen.
Ik ben aan het dutten.
Ik heb een dutje nodig.
Ik wil een dutje doen.
- Je gaat een dutje doen.
- Je gaat even liggen.
- Je zult een hazenslaap maken.
Opa doet een dutje op de canapé.
Op kantoor kan ik geen tukje doen.
Na de lunch ga ik een tukje doen.
Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.
Het kan gebeuren dat ik weldra opgeef en liever een dutje ga doen.
Zonder dutjes of cafeïne, trouwens, dus het is ellendig voor alle betrokkenen.