Examples of using "Nebeneinander" in a sentence and their dutch translations:
De meisjes zaten naast elkaar.
De meisjes zitten naast elkaar.
Zij zaten naast elkaar.
Tom en Mary zitten vaak naast elkaar in de bus.
Als ik het alfabet een nieuwe volgorde kon geven, zou ik de letters U en I naast elkaar zetten.
- Als ik het alfabet kon herschikken, dan zette ik nog steeds T voor U.
- Als ik het alfabet een nieuwe volgorde kon geven, zou ik de letters U en I naast elkaar zetten.
Als ik het alfabet een nieuwe volgorde kon geven, zou ik de letters U en I naast elkaar zetten.