Examples of using "Sitzen" in a sentence and their dutch translations:
Blijf zitten alstublieft.
Ah, zitten!
Blijf zitten alstublieft.
Waar zou u willen zitten?
- Blijf zitten!
- Blijf op uw plaats zitten!
- Blijft u zitten!
Alle kinderen zitten.
Tom bleef zitten.
Blijf zitten alsjeblieft.
Ze zitten aan tafel.
- Waar wil je zitten?
- Waar willen jullie zitten?
- Waar wilt u zitten?
Kan ik hier zitten?
- Waarop zit je?
- Waarop zit u?
Waar zou u willen zitten?
Ik blijf liever zitten.
De meisjes zitten naast elkaar.
Blijf zitten alstublieft.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
Zit stil.
Tom wilde naast Maaike zitten.
We zitten in hetzelfde schuitje.
Iedereen wil naast haar zitten.
Waar zou u willen zitten?
Tom wilde niet naast me zitten.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
Twee kinderen zitten op een hek.
Wij zitten om de tafel.
Ik zou graag in het niet-roken compartiment willen zitten, alstublieft.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje.
Er zal je gezegd worden waar je mag plaatsnemen.
Tom en Mary zitten vaak naast elkaar in de bus.
zo klein dat ze alleen maar kan staan of zitten.
...en dat houdt me van de koude vloer.
Je had niet in dat vliegtuig willen zitten toen het naar beneden kwam.
Mag ik hier zitten?
Je hoeft alleen maar hier te zitten en je rustig te houden.
herinnert ons eraan dat we er allemaal bij betrokken zijn --
We waren zo opgewonden dat we niet stil konden zitten.
Je zit op mijn stoel.
Je zit op mijn stoel.
Bij een oude samowaar zitten een Rus en een Hongaar.
Het publiek gaf Tom een staande ovatie.
In Amerika hoeven de kinderen niet in het stof te zitten.
De bank is breed genoeg, zodat vier personen erop kunnen zitten.
Wat gaan we doen? SJ: We gaan hier rustig zitten.
Ik was zo moe, dat al zittend ingedommeld ben.
Hij is dronken.
Ik zit niet graag buiten.
Een hond sprong in de stoel en bleef daar vijf minuten onbeweeglijk zitten.
In een schip zitten is in de gevangenis zitten, met de kans op verdrinken.
Het is leuk hier gewoon te zitten en met jou te praten.
Feitelijk heb ik het altijd al vervelend gevonden, aan de zee te zitten en niets te doen.
Twee kikkers zitten op de oever. Het begint te regenen. Zegt de ene: "Kom, snel het water in, anders worden we nat."