Examples of using "Saßen" in a sentence and their dutch translations:
Zij zaten naast elkaar.
We zaten vooraan.
De meisjes zaten naast elkaar.
We zaten in het midden van de kamer.
We zaten rondom het vuur.
De leerlingen zaten in een kring.
Ze zaten op een bank in het park.
Zij zaten naast elkaar.
- Tom en Mary zaten onder de lindeboom.
- Tom en Mary zaten onder de linde.
We zaten op een bank in het park.
Ze zaten in de schaduw van die grote boom.
Ze zaten om de tafel te kaarten.
Tom en ik zaten op de bank.
Mijn vader en moeder zaten onder een boom.
Die twee daar op de bank waren Amerikanen.
Ze zaten op een bank in het park.
Het was puur toeval dat Mary en ik op dezelfde trein zaten.
Ze zaten alleen in een hoek te praten.
De boomgaard, wiens prachtige vegende takken met fruit naar de grond hingen, bleek zo heerlijk dat de kleine meiden er de hele middag in doorbrachten. Ze zaten in een grasveldje waar het groen de vorst bespaard was gebleven en de zachte, warme najaarszon aanhoudend scheen en aten appels en praatten zo luid als ze konden.