Examples of using "Nass" in a sentence and their dutch translations:
Bent u nat geworden?
Tom is nat.
Water is nat.
Mijn broek is nat.
Gelukkig werd niemand nat.
Mijn kat is nat.
De kat is nat.
De handdoek is nat.
De honden zijn nat.
Waarom is Tom nat?
Mijn sokken zijn nat.
Kijk, alles is doornat.
Mijn haar is nog nat.
Mijn kat wordt niet graag nat.
Na de bui waren de stoepen nat.
Ik ben door en door nat.
Katten zijn niet graag nat.
Het begon te regenen, en zij werd nat.
Ik kwam in een regenbui terecht en ben nat geworden.
Wat is er gebeurd? Het hele appartement is nat.
Tom rolde zijn broekspijpen op, zodat ze niet nat konden worden.
Het regende en de lange haren van Joe waren helemaal nat vooraleer hij thuis was.
Twee kikkers zitten op de oever. Het begint te regenen. Zegt de ene: "Kom, snel het water in, anders worden we nat."
Het regende en de lange haren van Joe waren helemaal nat vooraleer hij thuis was.