Translation of "Lehrers" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Lehrers" in a sentence and their dutch translations:

Vergleiche deine Antworten mit denen des Lehrers.

- Vergelijk jouw antwoorden met die van de professor.
- Vergelijk jouw antwoorden met die van de leraar.

Ich muss den Namen des Lehrers wissen.

Ik moet de naam van de leraar weten.

Maria beantwortet gerade die Frage des Lehrers.

Maria antwoordt op de vraag van de lerares.

- Ich muss den Namen des Lehrers wissen.
- Ich muss wissen, wie der Lehrer heißt.
- Ich muss den Namen der Lehrerin wissen.

Ik moet de naam van de leraar weten.